Heb je een nest kittens in huis?
Dan moet je de diertjes castreren of steriliseren voor ze vijf maanden oud zijn, zegt de wet. Geef je ze daarvoor al weg dan moet je ook instaan voor de castratie/sterilisatie.
De maatregel moet de overbevolking aanpakken, want de dierenasielen kunnen de toevloed aan zwerfkatten niet aan.
Wat als je huiskat ouder is dan vijf maanden?
Ook die moet je steriliseren. Alleen voor katers en kattinnen die geboren zijn vóór 31 augustus 2014 geldt er een uitzondering. Deze dieren moet je alleen steriliseren of castreren als je ze verkoopt of weggeeft, anders niet.
Elke kat gesteriliseerd? Zal de huiskat dan niet uitsterven?
Zo’n vaart loopt het helemaal niet.
De dierenasielen worden overspoeld met katten uit ongewenste nestjes. Soms worden de diertjes gewoon gedumpt langs de kant van de weg. Niet alle katten vinden een thuis.
Het aantal katten wordt nauwlettend opgevolgd. Wanneer de zwerfkattenpopulatie niet meer stijgt, kan het beleid worden aangepast. Maar tot dan geldt er dus een duidelijke verplichting.
Ocharm, die dieren?
Neen, hoor. Een sterilisatie bespaart een kattin flink wat ongemakken.
Niet alleen hebben ze minder kans op baarmoederontstekingen en melkkliertumoren, ze vechten ook veel minder met andere katten. Dus lopen ze minder wonden en overdraagbare ziektes zoals kattenaids op.
Gesteriliseerde kattinnen leven dan ook langer dan niet-gesteriliseerde katten.
Dat geldt ook voor gecastreerde katers. De dieren gaan niet langer op zoek naar krolse kattinnen, vechten minder en worden minder vaak aangereden door auto’s.
Ze krijgen een rustigere aard en een tragere vetverbranding, wat hun kans op overgewicht vergroot. Wat minder voer geven, helpt daarbij.
Opgelet, ook na de castratie blijft een kater nog enkele weken vruchtbaar door het sperma in de zaaleider.
Meer weten? www.dierenwelzijn.vlaanderen.be