De wetgeving die sinds 2013 van toepassing is, regelt het binnengeluidsniveau afkomstig van elektronische versterkte muziek (dus van een radio, een dj of een optreden).
Deze wetgeving heeft tot doel de bezoekers van muziekactiviteiten te beschermen tegen de gezondheidsschade die we kunnen oplopen bij een te luid geluid (rechtstreekse gehoorschade en onrechtstreeks door de geluidsfrekwentie op onze organen);
Wil je hier iets meer over weten surf eens naar www.lne.be/gehoorschade en www.lne.be/geluidsnormen.
Wat schrijft de geluidswetgeving voor en welke keuze moeten gemaakt worden?
Uitbaters van gebouwen waar een muziekactiviteit kan doorgaan en in principe toegankelijk zijn voor publiek (winkel, horeca, zaal, ..= ongeacht of men lid moet zijn of het maar voor een bepaalde groep is) dienen een keuze te maken tot welk niveau ze het geluid toelaten in het gebouw.
Er zijn drie binnengeluidsklassen: tot en met 85 dB(A) – tot en met 95 dB(A) en tot en met 100 dB(A). Hoger is verboden.
De binnengeluidsklasse tot en met 85 dB(A) vereist geen toelatingen noch maatregelen om de bezoekers te beschermen.
De binnengeluidsklasse tot en met 95 dB(A) vereist dat de uitbater of organisator het geluidsniveau regelmatig meet zodat hij dit kan beheersen en bijsturen (over een periode van 15 minuten mag dit niet overschreden worden). Dit wordt vastgelegd in een meldingsformulier voor een klasse 3-inrichting.
De klasse tot en met 100 dB(A) vereist dat de uitbater of organisator het geluidsniveau regelmatig meet (over een periode van 1 uur mag dit niet overschreden worden), registreert (moet 1 maand beschikbaar zijn) en oordopjes te beschikking heeft voor de bezoekers. Dit wordt vastgelegd in een milieuvergunning. Is er een vast opgestelde geluidsinstallatie dan is er ook een geluidsplan vereist.
Organisatoren van muziekactiviteiten in open lucht of in een tent vallen per definitie onder de binnengeluidsklasse 85 dB(A).
Private muziekactiviteiten (= in de woning en/of tuin in familiale kring) zijn vrijgesteld van de keuze van de binnengeluidsklasse (in uw tuin een tent plaatsen voor een buurtfeest is NIET privaat).
OPMERKING: belangrijk is te begrijpen dat de binnengeluidsklasse grens een theoretisch gegeven is? Het echte binnengeluidsniveau dat mag geproduceerd worden, wordt bepaald door het akoestisch dempingsvermogen van het gebouw, immers moet men ALTIJD DE BUITENGELUIDSNORM naleven.
(vb. Men kiest een binnengeluidsklasse tot en met 95 dB(A) maar om de buitengeluidsnorm te respecteren mag men niet hoger gaan dan 90 db(A)).
In dit verband is een akoestisch onderzoek van het gebouw een zeer nuttige investering die de relatie tussen het binnen geluid en buiten geluid zal beoordelen en U inzicht geeft over de eventueel te nemen maatregelen.
Op de binnengeluidsklasse die permanent van toepassing is kan TIJDELIJK AFGEWEKEN worden onder volgende voorwaarden:
- NIET voor de locaties met een permanente binnengeluidsklasse tot en met 100 dB(A), immers kan er geen geluid hoger dan 100 dB(A);
- op de permanente binnengeluidsklasse 85 en 95 db(A) kan afgeweken worden naar een hogere klasse MITS TOELATING van het College van Burgemeester en Schepenen en MAXIMAAL 12 maal of 24 kalenderdagen per jaar. De beschermingsmaatregelen (noemt men ook flankerende maatregelen) die horen bij de binnengeluidsklasse 95 en/of 100 dB(A) moeten ook NAGELEEFD worden.
Opmerking: verhuurt u uw inrichting voor muziekactiviteiten, leg dan vast in de huurovereenkomst wie welke verantwoordelijkheden draagt.
Wat moet u doen wanneer u een muziekactiviteit organiseert in een zaal en u daarbij de permanente binnengeluidsnorm van de zaal niet zal overschrijden?
Hiervoor is GEEN TOELATING van het college van burgemeester en schepen vereist MAAR er is WEL EEN MELDINGSPLICHT aan de burgemeester . Hij of Zij moet de veiligheid en het algemeen belang bewaken. Dus is kennis van de aard van de activiteit of de impact op de mobiliteit belangrijk (gemeentelijke politieverordening op de openbare orde en veiligheid artikel 3.5).
Naast normen voor het binnengeluid is er ook nog de normering voor het BUITENGELUID. Dit is afhankelijk van de ligging (woongebied, argrarisch, …) en van het achtergrondgeluid.
AFWIJKEN op de buitengeluidsnorm kan ALLEEN MET TOELATING van het college van burgemeester en schepenen ( ook voor de private omgeving van toepassing).
U bent uitbater van een gebouw: dan dient u de milieudienst te verwittigen en de keuze van de permanente binnengeluidsklasse mee te delen.
U bent organisator van een tijdelijke activiteit: u vraagt deze aan door middel van het aanvraagformulier "toelating activiteiten en inrichtingen" De dienst Welzijn en Vrije Tijd staat verder in voor het opvragen van het advies bij de milieudienst, politie en brandweer en de opmaak van het ontwerp van collegebesluit.
Van dit besluit worden de toezichthoudende ambtenaren (politie, milieuambtenaar) in kennis gesteld voor het geval er problemen te melden zijn.
Tot slot en nuttig om weten is dat los van deze geluidswetgeving er nog altijd de wetgeving op het nachtlawaai bestaat. Dit is een artikel uit het strafwetboek dat door de politie gebruikt wordt om klachten te beoordelen over lawaai hinder tussen 22 uur en 7 uur. Een organisator kan perfect alle voorwaarden van de geluidswetgeving naleven en toch geconfronteerd worden met een klacht over nachtlawaai en een aanmaning krijgen van de politie om het geluidsniveau (in het geval muziek de oorzaak zou zijn) te verminderen. Bij klachten over muziekactiviteiten zal ook de toezichthoudend-milieuambtenaar geïnformeerd worden om dan verder de situatie te beoordelen en of er maatregelen wenselijk zijn.